Bijgerecht • 40 minuten

---

Ingrediënten (± aardappelkroketjes)

500 gram aardappelen
2 eieren
bloem, ± 4 eetlepels
paneermeel, ± 8 eetlepels
peper en zout

 

Voorbereiding

Schil de aardappelen en snijd deze in blokjes van ongeveer 2 bij 2 centimeter. Was de aardappelblokjes en doe ze vervolgens in een ruime pan. Giet hier water bij totdat de aardappel net onder staat. Kook de aardappelen, met wat zout, ongeveer 10 minuutjes totdat ze helemaal gaar zijn.

Giet de gekookte aardappelen af en maak er een gladde puree van met behulp van een stamper. Klop één ei los en giet de helft hiervan bij de aardappelpuree. Meng dit goed door en breng op smaak met peper en zout.

Zet voor het paneren drie bakjes klaar. Doe in het eerste bakje de bloem. Klop in het tweede bakje het andere ei los samen met halve losgeklopte ei. Doe in het laatste bakje de paneermeel.

 

Bereidingswijze

Vorm van de aardappelpuree ongeveer 15 aardappelkroketjes. Om de aardappelpuree goed te kunnen verdelen, kun je voor elk kroketje dezelfde lepel gebruiken om de hoeveelheid puree af te meten. Een ijsschep is hier ook handig voor. Wil je helemaal precies werken, dan kun je de aardappelpuree eerst in 15 gelijke porties verdelen en er vervolgens kroketjes van vormen.

Haal een aardappelkroketje eerst door de bloem. Zorg dat alle kanten goed bedekt zijn en klopt het overtollige bloem er vanaf. Wentel het daarna door het losgeklopte ei. De bloem zorgt ervoor dat het ei goed blijft zitten. Laat goed uitlekken en haal hierna door het paneermeel. Zorg weer dat alle kanten zijn bedekt en schud het overtollige paneermeel er vanaf. Herhaal dit met alle aardappelkroketjes.

Zet een pan op het vuur. Doe hier een royale laag neutrale olie in. Zorg ervoor dat de kroketjes helemaal onder kunnen dompelen in de olie. Verwarm de olie totdat deze ongeveer 170 graden. Doe de aardappelkroketjes één voor één in de olie. Wanneer ze in de pan gaan, moet de olie meteen beginnen te bruisen, anders is de olie nog niet heet genoeg en zuigt het kroketje zich vol met olie.

Bak aardappelkroketjes rondom goudbruin en gaar. Laat ze hierna uitlekken om keukenpapier. Serveer de kroketjes direct.

 

Tips

Wil je dit gerecht voorbereiden? Maak de kroketjes dan tot en met stap twee van de bereidingswijze. Zet hierna afgedekt in de koelkast. Bak de kroketjes in de olie vlak voor het serveren.

Je kunt variëren met de grootte. Je zou de kroketjes ook iets groter of iets kleiner kunnen maken voor meer of minder aardappelkroketjes.

Houd de kroketjes goed in de gaten tijdens het bakken. Bak ze goudbruin en haal ze dan meteen uit de hete olie. Laat ze er te lang in liggen, dan heb je niet alleen de kans dat ze verbranden, maar ook dat het krokante korstje open barst.

Om te voorkomen dat je aan het eind van dit recept ook gepaneerde vingers hebt, kun je je ene hand gebruiken voor de droge ingrediënten (bloem en paneermeel) en je andere hand voor het natte ingrediënten. Je kunt ook verschillende vorken of lepels gebruiken voor de verschillende ingrediënten. Let wel op dat de kroketjes niet stuk gaan.